Techniek

Mijn vorige atelier was een voormalig café  met  grote ramen op het noorden en westen waar het licht mooi naar binnen scheen.  Achter het café was vroeger een fitness-centrum. Daar kwamen de dorpsbewoners om te sporten.  Althans, dat zeiden ze. Maar daar kwam het kennelijk niet zo van, want het verhaal gaat dat veel “sporters” na de training struikelend over de drempel  de sloot in kukelden. Tegenwoordig heb ik een grotere atelier in gebruik dat nog meer mogelijkheden biedt dan dit romantische dorpscafe.

Mijn bronzen beelden maak ik in klei of was. Die worden door de bronsgieter gegoten.  Ik vind brons prachtig materiaal. Het is leuk dat het brons reageert op weersinvloeden, maar ook op handen die over het beeld aaien om te voelen. In het Oosterpark in Amsterdam staat het beeld ‘de Bokkenrijder’ van Gerrit Bolhuis. De horens van de bok zien er koperkleurig uit door alle handen (inclusief de mijne) die er aan voelden.

Mijn keramieken beelden stook ik in de tuin in een ton die ik zelf heb gebouwd. Voor grotere beelden zet ik er een extra rand op. Onderin leg ik een  brander. Zo stook ik  mijn beelden tot ongeveer 1100 graden. In de stookton moeten de beelden flinke temperatuurschokken kunnen verdragen, want het stookproces is niet erg gecontroleerd. Daarom gebruik ik ‘papierklei’. Om papierklei te maken  kneed ik ongeveer 2 rollen plé-papier door een kilo of 10 grove chamotte klei. De procedure staat beschreven in een boek van Otakar Sliva: ‘Paperclay-ein besonderes Tonmaterial’.

 

Ik hou van natuurlijke kleuren, zoals roest, oker en roodbruin en ik doe allemaal experimenten om de  kleuren te krijgen die ik hebben wil. Daartoe sop ik het leerharde beeld in met zouten of ik bestrijk ze met engobes. Bij het beeld ‘Houellebecq’ heb ik het beeld bij voorbeeld ingesmeerd met ijzerchloride en kopersulfaat. Daarna heb ik het hele beeld in aluminiumpapier gewikkeld en er nog een ijzeren pannensponsje (!) en wat plantenresten bij gestopt. En toen heb ik het geheel gestookt tot het aluminium folie bijna verpulverde. Door de manier van stoken kan ik nooit helemaal voorspellen hoe het wordt. Dat onverwachte maakt het leuk en spannend. En voor ieder beeld is het natuurlijk ook weer anders.

Het beeld wordt roodgloeiend in de stookton.